Woordenschat oefenen groep 4 (les 27a )

  
woordenschat

A. Welke woorden zijn bijna hetzelfde?
Kies uit: gek - met opzet - bult - kasteel - saai - baas.
expres dwaas
eentonig chef
burcht buil

B. Maak een goede zin.
1. kamer vliegt in een vlieg dikke de
1. .
2. gaan naar zaterdag we strand het
2. .

C. ja of nee ?
Zijn dit 4 winkels? Zijn dit 4 vruchten? Zijn dit 4 boten?
bakkerij appel roeiboot
stomerij kers kano
kantoor pruim zeilboot
slagerij perzik duikboot
ja of nee? ja of nee? ja of nee?