Woordenschat oefenen groep 4 (les 23a )

  
woordenschat

Maak de woorden af.
Kies uit: gebouw - hond - jas - druppels - tijd - water - land - boog -
krant - bord - man - plein - ton - ziek - ster - bui - bank - arts - vis
schoolbordregenboogzeeman
schoolgebouwregenzee
schoolregenzee
schoolregenzee
schoolregenzee


B. Wat is het goede woord?
Kies uit : be of bij
1. Wil jij mijn bril even waren?
2. Mijn vriend krijgt na schooltijd les.
3. De bel is een heel dik boek.
4. Je moet de stoep vegen. De zem staat al klaar.
5. Pas op dat je oren niet vriezen.
6. Je naam is niet je echte naam.