Woordenschat oefenen groep 4 (les 11a )

  
woordenschat

A. Twee woorden
Zoek 2 woorden die bij elkaar horen, die bijna hetzelfde zijn. Vul het nummer in.
. ruw 1. oerwoud
. beven 2. wild
. rimboe3. rillen
. puffen4. pels
. revolver 5. pistool
. stoeien6. nadenken
. poen7. uitblazen
. por8. duw
. vacht 9. geld
. peinzen10. ravotten



B. Waar zit het? Een teen zit aan je voet.
Kies uit: hoofd , arm of been.
hiel - oor-
wang - kuit-
pink- duim-
elleboog - pols-
kin - knie-
wenkbrauw- heup-