Woordenschat oefenen groep 4 (les 10b )

  
woordenschat

C. Gebouwen Kies uit:
Een huis is een gebouw. Een school is een gebouw en een kerk ook.
In elke rij staat één woord dat geen gebouw is. Welk woord is dat?
1. kantoor kerkkasteel kast
2. boekvillahuisfabriek
3. stationtentlandhuisschool
4. boerderijflatburchtboomgaard
Vul maar in. Kies uit de woorden hier boven.
een trein stopt op het .
een ridder hoort bij een
auto's maakt men in een
een ander woord voor kasteel is