volgende
=>
verkeersexamen 2021
Laat alle vragen zien
<=
=>
Deze kinderen houden voldoende afstand van elkaar.
Waarom is dat veilig?
?
Omdat ze dan niet kunnen stoeien.
?
Omdat ze dan niet snel op elkaar botsen.
?
Omdat ze dan beter kunnen inhalen.
.
Bawer rijdt hier rechtdoor.
Bij welke gedachte laat hij merken dat hij goed op het verkeer let?
?
"Ik mag hier gewoon doorrijden, ze geven mij hier wel voorrang."
?
"Ik stop hier meteen, ze hoeven mij hier geen voorrang te geven."
?
"Ik ga hier langzamer rijden en kijken of ze mij wel echt voorrang geven."
.
De kinderen fietsen met z'n drieën naast elkaar.
Mag dat?
?
Nee, want dat is verboden.
?
Ja, want het fietspad is hier breed genoeg.
?
Ja, want ze rijden op het fietspad.
.
Het is mistig.
Wat kan Hannah het beste aantrekken als ze nu gaat fietsen?
?
De kleding op tekening 1
?
De kleding op tekening 2
?
De kleding op tekening 3
.
Sem wil rechtsaf.
Welke
twee
regels gelden hier?
?
Rechtdoor op dezelfde weg gaat voor.
?
Bestuurders van rechts hebben voorrang.
?
Kleine bocht gaat voor grote bocht.
Je komt bij dit punt.
Waar mag je verder fietsen?
?
Alleen op de rijbaan.
?
Alleen op het fietspad.
?
Op de rijbaan en op het fietspad.
.
De fiets van een vriend heeft een losgeschoten remkabel.
De achterrem werkt niet meer.
Wat is het veiligste advies dat je hem kunt geven?
?
Fiets maar langzaam en voorzichtig, dan kan er niets gebeuren.
?
Je hebt nóg een rem, dus je kan nog gewoon naar huis fietsen.
?
Met nog maar één rem kun je beter gaan lopen.
.
Op welke foto's moet de fietser de voetganger voor laten gaan?
?
foto 1 en 2
?
foto 2 en 3
?
foto 3 en 4
?
foto 1 en 4
.
Kiara rijdt rechts en ruim achter de taxibus.
Waarom is dat veilig ?
Er zijn twee goede antwoorden.
?
Zo kan de bestuurder haar zien.
?
Zo heeft ze geen last van de uitlaatgassen.
?
Zo kunnen de deuren van de bus nog open.
?
Zo kan de taxibus haar niet raken in de bocht.
.
Clarice en Silke willen rechtdoor. Sophie wil linksaf.
In welke volgorde moeten ze verder gaan?
?
Clarice- Silke- Sophie
?
Sophie- Silke- Clarice
?
Clarice- Sophie- Silke
.
De verkeerslichten doen het niet.
Aan wie moet Pepijn voorrang geven?
?
Alleen aan de scootmobiel.
?
Alleen aan de fietser.
?
Aan de scootmobiel en de fietser.
?
Aan niemand. Pepijn moet voorrang krijgen.
.
Luuk gaat naar tennisles.
Welke spullen neemt hij veilig mee op de fiets?Er zijn twee goede antwoorden.
?
Trainingsjack onder de snelbinders.
?
Tennisracket in de rugzak.
?
De sporttas aan het stuur.
?
De tennisballen in het krat voorop.
.
Lotte wil rechtdoor. De taxibus wil linksaf.
Wie moet voorrang krijgen?
?
De taxibus, want hij komt van rechts.
?
De taxibus, want die heeft altijd voorrang op fietsers.
?
Lotte, want zij rijdt op een voorrangsweg.
?
Lotte, want de taxibus rijdt op een onverharde weg.
.
Iris wil rechtdoor. De auto wil rechts afslaan.
Kan Iris nu veilig rechtdoor?
?
Ja, als ze snel fietst kan ze makkelijk voor de auto langs.
?
Nee, want ze moet de auto voor laten gaan.
?
Ja, nadat ze oogcontact heeft gemaakt met de bestuurder.
.
Lonneke krijgt voor de rotonde te maken met een bus die wacht tot
hij de rotonde op kan gaan.
Waar kan Lonneke nu het beste wachten?
?
Plek A
?
Plek B
?
Plek C
?
Plek D
.
Waardoor kan Simon worden afgeleid van zijn aandacht voor het verkeer?
?
Telefoon, reclamebord, zwaaiende fietser.
?
Telefoon, zwaaiende fietser.
?
Telefoon, reclamebord.
?
Telefoon
.
Fabian gaat opzij, omdat er een groep aankomt.
Hij gaat op het fietspad lopen.
Waar moet Fabian nu rekening mee houden?
?
Dat hij de regels voor bestuurders volgt.
?
Dat fietsers hem niet op het fietspad verwachten.
?
Dat hij het tempo van fietsers aanhoudt.
.
Hier mag je overal lopen, spelen en fietsen.
Welk bord staat er aan het begin van deze straat?
?
Bord A
?
Bord B
?
Bord C
?
Bord D
.
Cato wil oversteken.
Met wie moet ze rekening houden?
?
De vrouw met rollator en de scooter.
?
De auto en de scooter.
?
De rolschaatser en de scooter.
?
De auto en de rolschaatser.
.
Op welke tekeningen moet Peter de politie voor laten gaan?
?
Tekening 1 en 2
?
Tekening 2 en 3
?
Tekening 1 en 3
?
Tekening 3 en 4
.
Op welke foto's mag de voetganger voorgaan?
?
Foto 1 en foto 2
?
Foto 2 en foto 3
?
Foto 2 en foto 4
?
Foto 3 en foto 4
.
Rebecca loopt naar school.
Ze kan kiezen uit vier verschillende routes.
Welke route is de veiligste keuze als je kijkt naar de foto's?
?
Foto 1
?
Foto 2
?
Foto 3
?
Foto 4
.
Mikki komt bij een spoorwegovergang.
De spoorbomen zijn net omhoog, de bel gaat en de rode lichten branden nog.
Wat moet Nikki nu doen?
?
Omkeren, want de spoorwegovergang werkt niet en is niet veilig.
?
Wachten, want er kan nog een trein aankomen.
?
Oversteken, want de trein is net voorbijgereden.
.
Lientje wil weten bij welke halte zij moet uitstappen.
Wanneer kan zij dat het beste aan de buschauffeur vragen?
?
Als zij instapt.
?
Als de bus rijdt.
?
Als op het stopknopje is gedrukt.
.
Maya en Cato gaan samen op de fiets.
Aan welke afspraak houden zij zich wel?
De afspraak over ....
?
stilzitten
?
wie fietst
?
afleiding
.
OK
volgende
=>