Meewerkend voorwerp |
||
meestal
wordt dat zo afgekort: |
||
Hoe
vind je een meewerkend voorwerp in een zin? |
||
Je
probeert er het woordje aan aan toe te voegen
of Is dat mogelijk en verandert de betekenis van de zin niet? Dan weet jij wat het meewerkend voorwerp is. Een voorbeeld :
Geeft jouw kat aan iedereen kopjes? Iedereen is het meewerkend voorwerp. geeft
= persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde Nog een voorbeeld: De
jarige gaf een zakje chips aan de kinderen. Gaf
de jarige een zakje chips aan de kinderen? Wie
of wat gaf? Wat
gaf de jarige? Wie
werken daaraan mee?
Je kunt zeggen: De
jarige gaf de kinderen een zakje chips. (Je ziet je moet de volgorde soms veranderen)
|
||
![]() |
||
Hij
gaf aan zijn moeder een kopje thee. |
||
Hij gaf zijn moeder een kopje thee. |
||
zijn
moeder = meew. vw. |
||