volgende
=>
Staal spelling - groep 8 blok 3 blz 79 - Werkwoorden
Schrijf het werkwoord in de zin.
inpakken
Ik
mijn spullen
.
opschuiven
Hij
een stukje
.
overstappen
Wij
in Utrecht
.
aankleden
Jullie
de modellen
.
voorzeggen
Hij
het antwoord
.
afspreken
Jij
met een vriend
.
voorlezen
Zij
haar zusje
inzetten
Hij
in de tweede helft
.
Schrijf de goede vorm van het werkwoord
vinden
in de zin.
Jochem
de ruimte interessant.
je dat ook?
Welke sterren
jij al
?
je broer het ook boeiend?
Nee, vroeger
hij dat wel.
Maak de rijen af.
tegenwoordige tijd
verleden tijd
voltooide tijd
bereiden
hij
bereidt
hij
bereidde
hij
heeft bereid
worden
jij
jij
jij bent
geloven
ik
ik
ik heb
gebeuren
het
het
het is
kosten
het
het
het heeft
vriezen
het
het
het heeft
verlichten
hij
hij
hij heeft
houden
jij
jij
jij hebt
controleer
Hint
OK
volgende
=>