De naam waarmee je aangesproken wordt, vaak een |
afkorting van je officiële naam. | |
De zorg voor kinderen die niet bij hun eigen ouders kunnen |
wonen en tijdelijk in een ander gezin wonen. | |
Een schema, vaak in de vorm van een boom, waaraan je |
kunt zien van wie je afstamt. | |
Iemand die wettelijk erantwoordelijk is voor en kind, vaak in |
plaats van de eigen ouders. | |
De broer van degene met wie je getrouwd bent. Of de man |
met wie jouw broer of zus getrouwd is. | |