Staal groep 7 thema 2 les 1

  
Staal groep 7

Welke woord kies je uit?
adopteren - de autobiografie - aangetrouwd - afstammen - de anekdote
Bij een familie horen, doordat je met iemand van die familie
getrouwd bent.
Het kind van een ander in je gezin opnemen, waardoor het
volgens de wet jouw kind wordt.
Een kort verhaal, meestal over een leuke gebeurtenis uit
iemands leven.
Oorspronkelijk familie van iemand zijn.
Een boek waarin iemand zijn eigen leven beschrijft.

Welke woord kies je uit?
het gezinsleven - de kennisgeving - het familiewapen - de genen - hecht
Een figuur, meestal in de vorm van een versierd schild,
waaraan je de familie herkent.
De deeltjes in de cellen die ervoor zorgen dat erfelijke
eigenschappen van ouders overgaan op de kinderen.
Het dagelijks leven in het gezin.
Als je een sterke band met elkaar hebt.
De mededeling, de bekendmaking.

Welke woord kies je uit?
de zwager - de voogd - de stamboom - de pleegzorg - de roepnaam
De naam waarmee je aangesproken wordt, vaak een
afkorting van je officiële naam.
De zorg voor kinderen die niet bij hun eigen ouders kunnen
wonen en tijdelijk in een ander gezin wonen.
Een schema, vaak in de vorm van een boom, waaraan je
kunt zien van wie je afstamt.
Iemand die wettelijk erantwoordelijk is voor en kind, vaak in
plaats van de eigen ouders.
De broer van degene met wie je getrouwd bent. Of de man
met wie jouw broer of zus getrouwd is.

Welke woord kies je uit?
de schoonzus - de voorouder - de verwantschap - de traditie - het ouderlijk huis
Het huis waar je ouders wonen en waar je opgroeit.
De zus van degene met wie je getrouwd bent.
Een gewoonte of een gebruik dat van ouders op kinderen overgaat.
Het verwant-zijn, familie van elkaar zijn.
Iemand die vroeger geleefd heeft en van wie je oorspronkelijk familie bent.