Spelling - groep 7 nummer 717

  
..Spelling..

Vul de woorden in.
Wij bekeken met z'n alle .
Het was kapot en verdween in de .
Hij kreeg les.
In het hebben ze heerlijke .
Zij begonnen aan het .
Ze liepen tamelijk over de smalle .


Maak de rijen af.
hele werkwoord tegenwoordige tijdverleden tijd voltooide tijd
ik ik schrobde jij hebt
hij hij bood hij heeft
vinden je broer? je broer ?wij hebben
fietsen hij? wij wij hebben lang
hij verkoopt hij zij hebben
hij landt hij wij zijn net
mixen hij hij hij heeft
turven zij zij zij heeft
verkleden jij? jij? zij is leuk
schudden jij jij? ik heb flink