Spelling - groep 7 nummer 616 W

  
..Spelling..

Vul in. (Voltooide tijd)
De garage kost twintigduizend euro. De garage heeft twintigduizend euro .
De storm raast over het land. De storm heeft over het land .
De kinderen mixen het beslag. De kinderen hebben het beslag .
Wij beloven niets, Wij hebben niets ,
maar we doen ons best. maar we hebben ons best .
Mijn tante dooft het haardvuur. Mijn tante heeft het haardvuur .
De skiër waxt zijn ski's.De skiër heeft zijn ski's .
Zij stoofden de stoofperen in rode wijn. Wij hebben de stoofperen in rode wijn .

Maak de rijen af.
ik roerroer jij?jij roertwij roeren
ik bekleed jij? hij jullie
ik blaas jij? jij wij
ik verander jij? hij jullie
ik vermoed jij? jij wij
ik bloed jij?hij jullie

Schrijf de verleden tijd op.
De kleuters rijgen de kralen aan elkaar...
Het glas barst uit elkaar.
Ik beantwoord de vraag fout.
Ik vlecht het haar van mijn zusje.
Het water plenst op de grond.
Zij beloven allemaal beterschap.
Hij trapt de bal in het doel.
Zij lezen het spannende boek.
Wij missen de trein van twee over acht.
Het mist vanochtend heel erg.