Spelling - groep 7 nummer 604 W

  
..Spelling..

Staat de zin in de verleden tijd? Vul in ja of nee.
Hij kerfde een hartje in de boomstam. ..
Zij trouwden vorige week.
Lianne heeft de deur geverfd.
De vogel zweefde door de lucht.
Je hebt het ons beloofd!
Ik turfde het aantal elektrische auto's.
Het schip is uiteindelijk gekapseisd.

Maak de rijen af.
tegenwoordige tijd verleden tijd
duiken hij duikthij in het water...
kruiden ik ik het vlees
niezen zij zij in haar elleboog
schroeven hij hij de plank vast
brandenhet vuur het vuur fel
vliegen de vogel de vogel hoog in de lucht

Maak de rijen af.
tegenwoordige tijd verleden tijd voltooide tijd
vinden ik vind ik vond ik heb gevonden
pluizenjij jij jij hebt
opschuiven ik op ik op ik ben
draven hij hij hij heeft
verwoesten jullie wij het is
houden het het het heeft
ontleden hij hij hij heeft
stranden jij? jij? jij bent