Spelling - groep 7 nummer 516 W

  
..Spelling..


Vul de voltooide tijd in.
ik grensik heb gegrensdik soesik
ik erf ik heb hij raast hij
ik schroefik heb hij verlooft zichhij zich
ik vrees ik heb hij streeft wij
ik proef ik heb hij verbaast zich hij zich


Maak de rijen af.
tegenwoordige tijd verleden tijd voltooide tijd
smoezen jij smoest jij smoesde jij hebt gesmoesd
gietenhet het het heeft
beleven wij wij wij hebben
troosten hij hij hij heeft
hozen het het het heeft
wachten jullie jullie jullie hebben
verwaarlozen jij hij wij hebben


Schrijf de werkwoorden in de goede rij.
Zij verandert de indeling...tegenwoordige tijd
Hij rijdt naar school zij verandert
Jullie verzachtten daardoor het leed.
Jullie hebben de pijn verzacht
Hij reed direct terug.verleden tijd
Zij wordt op termijn veranderd.
Hij werd naar het ziekenhuis gereden.
Jullie verzachten alles te veel.
Zij veranderde helemaal niets! voltooide tijd