Spelling - groep 7 nummer 512

  
..Spelling..

Schrijf het werkwoord op in de voltooide tijd.
Wij grijnzen Zij hebben naar ons gegrijnsd
Jij reist Ik met mijn moeder naar Enschede .
jij durft JIj het toch maar mooi .
jij verft Je de kamerdeur keurig strak . Mijn complimenten!
zij smoest Zij over ons , dat vond ik niet aardig.
wij verloven Wij ons drie maanden geleden en gaan over vier maanden trouwen.


Maak de rijen af.
hele werkwoordtegenwoordige tijd verleden tijd voltooid deelwoord
levenik leef ik leefde ik heb geleefd
bonzen jij jij jij
pachten wij wij wij
huren hij hij hij
veranderen hij hij hij
antwoorden hij hij hij



Schrijf de werkwoorden in de goede rij.
Je rode bloedcellen vervoeren zuurstof door je lichaam.
Je longen hebben de zuurstof uit de lucht gehaald.
Wist je dat het grootste deel van je bloed bestond uit rode bloedcellen?
Daardoor kleurt je bloed ook rood.
Bloedplaatjes zorgen voor de reparatie van een wond.
Een paar weken terug was ik ziek.
Mijn witte bloedcellen hebben de bacteriën toen bestreden.
Daardoor ben ik weer snel gezond geworden.
tegenwoordige tijdverleden tijd
voltooide tijd