Spelling - groep 7 nummer 507

  
..Spelling..


Schrijf het werkwoordelijk gezegde op.
Je mag pas spitzen als je twaalf jaar bent.mag - bent
Met deze balletschoenen kun je op je tenen dansen. -
Koning Lodewijk XIV danste de rol van Apollo in een balletstuk.
Door zijn rol in dat ballet kreeg hij de bijnaam de Zonnekoning.
Aan het Franse hof van Lodewijk XIV werd veel gedanst. -
Veel termen bij ballet, zoals de Arabesque komen uit het Frans.
Als je heel goed bent, kun je naar de balletacademie gaan. - -
Je zult dan wel auditie moeten doen. - -
Veel jongens willen niet op ballet.
Ze denken dat het een sport voor meisjes is. -
.


Vul het voorzetsel in en het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord .
op - met - over - achter - in
..........
stoffelijk bijvoeglijk
naamwoord
het keukenkastje staat een doosje met papieren zakdoekjes.
Ik was mijn portemonnee kwijt, maar die lag gelukkig mijn leren tas.
Er staan bloemen mijn katoenen blouse.
Wij eten thuis elke dag mooi glanzend zilveren bestek! Grapje.
We wandelden een asfalten bospad.