Spelling - groep 7 nummer 312 W - werkwoorden

  
..Spelling..


Schrijf de persoonsvorm op. In de tegenwoordige en in de verleden tijd.
.. .. ....
ik ik ik ik
ik hij wij hij
.. .. ....
ik ik de bandik ik
wij hij de band wij wij

Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd op.
Door de vulkaan hebben wij een groot probleem...
De vulkaan spuit enorme hoeveelheden lava omhoog.
De politie plaatst overal hekken op de wegen.
De lava stroomt langzaam maar zeker richting ons dorp.
Wij halen ons huis voor de zekerheid helemaal leeg.
Ik voel een aardschok.
Het geraas van de vulkaan is om bang van te worden.
We slapen bij oma tien kilometer verderop.
Twee weken later: Gelukkig ons huis blijft staan.
Maar de weg naar school bestaat niet meer.

Vul in.
tegenwoordige tijd verleden tijd voltooide tijd
spattenik spat ik spatte ik heb gespat
sportenik ik ik
starten jij jij je
schrikken ik ik ik
snuitenik ik ik
houden hij hij hij
zetten ik ik ik
lachenjij jij jij