Spelling - groep 7 nummer 211

  
..Spelling..
Schrijf de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. - Gebruik een vorm van een van deze werkwoorden:
parkeren - krijgen - lopen - moeten - spelen - stoppen
..........
Er nooit een echte zebra over het zebrapad. = onderwerp
Een fietser voorrang als hij op deze weg rijdt. (Als het goed is) = onderwerp
Bij een stopbord je altijd stoppen, ook al komt er niets aan. = onderwerp
De man keurig voor de stopstreep. = onderwerp
De kinderen tikkertje op het woonerf. = onderwerp
Oom Dirk meestal in de parkeergarage. = onderwerp


Maak de rijen af.
1. Op school loopt Tufan vandaag op witte slippers.
2. Zijn zwarte schoenen zaten vol kleverige modder.
3. Deze slippers heeft hij van zijn lieve juf geleend.
4. Hij probeert die lastige sommen te begrijpen.
5. Hij wil het verstand van de juf ook wel een klein poosje lenen. .
werkwoord bijvoeglijk naamwoordzelfstandig naamwoord
1. - -
2. - -
3. -
4. -
5. - - -
Tip : te hoort ook bij het werkwoord, zoals bij te begrijpen.