Spelling - groep 7 nummer 204 W - Werkwoorden

  
..Spelling
Maak de rijen af in de tegenwoordige en in de verleden tijd.
tegenwoordige tijd verleden tijd
verdenken hij hij ..
fluitenhij hij
blazenzij zij
eten zij zij
schenken zij zij
zich verslapenzij zichzij zich
springen zij zij
vriezen het het
besturen ik ik

Maak de rijen af.
tegenwoordige tijd verleden tijdvoltooide tijd
kiezen hij kiesthij koos hij is gekozen
vermijden hij hij hij heeft
worden jij? jij? jij bent
mogen hij hij hij heeft
zijn jij? jij? jij bent
moeten hij hij hij heeft
invriezen jij injij jij hebt
adopteren wij wij wij hebben
afstammen hij af hij hij is