In het ar worden belangrijke papieren bewaard. | | 

|
De kinderen zaten te g , maar zeiden verder niets. | |
Zit jij op een ch of een openbare school? | |
Langdurig en steeds terug komend. Het is ch | |
De ar deed opgravingen in de buurt van de piramide. | |
In het zwembad rook het afgegelopen week echt naar ch | |
De schoonmaker maakte de smalle randjes, de ri bij de ramen goed schoon. | |
Na de zware storm was het een ch in de stad. | |
|
De ch op de tafeltje krijgen nog een beetje water. | | Dan is het tijd voor zijn lunch: een broodje met ch . | |
De prijs van het huis was extreem hoog, ik vond de prijs be hoog. | |
|