|
De sommen zijn niet moeilijk vandaag, ze zijn juist erg ge | | |
Niet erg veel, maar juist het tegengestelde erg wei | | |
Wij zeggen vaak vlak voor het eten: "Eet sma " | | |
De kleuter zei: "Jongens laten soms een boertje en meisjes laten een boe " | | |
Zijn vader vond het gra bedacht, maar zei toch: "Dat klopt niet helemaal." | | |
Iemand die iets geheim wil houden, doet vaak erg ge | | |
Een intercity stopt niet bij kleine stationnetjes, maar alleen bij grote sta . | | |
'Ik heb last van een ver , ik moet steeds hoesten en snuiten." | | |
Geen wolkje te zien, het is vandaag erg z . | | |