Spelling - groep 6 nummer 101

  
..Spelling..


Schrijf het enkelvoud op.
Denk aan de -ng
wij zingen ik wij dringenik
de stengels de de hengels de
de ringen de de dingen het
de sprongen de de longen de
de stangen de de ingangen de


Schrijf het woord op. Let op het rijmwoord.
........
de zij hij de
de kabeljauw de geit hij klemt de prik
........
de de de hij
ik zweef de stroop ik zwerf hij durft


Schrijf het meervoud op.
de deur de drende pauwde pwen
de bloemde blmen de buik de bken
het dier de dren de gieter de gters
het duin de dnen de buis de bzen
de dweil de dwlen de geit de gten
de stier de strenik zwierf wij zwrven
ik rijd wij de dijk de
de klauw de ik kauw wij
de kous de de bout de